AD 5: De leerlingen willen de ander in zijn expressievorm ontmoeten.
AD 12: Er op gericht zijn de eigen ervaringen, ideeën, gevoelens en waardering in muzische talen uit te drukken.
Domeinen
Beeld (deel 1): De leerlingen kunnen
-verschillende vormen van lijnen toepassen in tekenwerk (gegolfd, hoekig, zigzag, vloeiend dik, dun, rafelig,..)
-de oppervlakte van het tekenpapier functioneel aanwenden.
-een vorm zodanig versieren dat het karakter ervan wordt versterkt.
Muzikale opvoeding (deel 2): De leerlingen kunnen
-een lied uitvoeren met aandacht voor een goede stemexpressie
-klankeigenschappen en muzikale tegenstellingen ervaren en benoemen
-klankverschillen en muzikale tegenstellingen via beweging herkennen en ervaren.
Verloop van de activiteit (Deel 1)
Deel 1
Instap (d.m.v. enkele vraagjes)
1) Wie heeft al een vlieger gezien?
2) Hoe ziet een vlieger er uit?
3) Waar kan je vliegeren, hoe moet je dit doen?
(wind, touw, met de handen besturen door aan de touwen te trekken,...)
4) Wat doet een vlieger in de lucht? Welke bewegingen maakt zo'n vlieger
Bij deze activiteit werk je rond rechte en kronkelige lijnen. De rechte lijnen vind je in het touw waarmee je de vlieger bestuurt, de kronkelige lijnen in de staart en in de bewegingen die de vlieger in de lucht maakt.
Vliegeren
1. Vliegers maken
Stap 1:
-Kijk naar enkele foto's van vliegers.
-Bespreek de foto
-Vraag de lln welke vlieger ze mooi vinden.
-Bespreek de onderdelen van de vlieger
(de vorm van de staart, de strikjes en het touw dat naar beneden loopt)
Stap 2: Tekenbladen worden uitgebeeld
-Per 2
-ll1 legt de handen onderaan het blad
-ll2 tekent de omtrek van de handen van ll1
(nu zie je 2 handen die de touwen van de vlieger zullen vasthouden)
Stap 3: terug individueel
-de lln tekenen nu zelf enkele vliegers bovenaan het blad (begrenzing: 3 of 4 vliegers tekenen)
-ze mogen die vliegers inkleuren en versieren met stift
Stap 4: Lijnen en strikjes toevoegen
De leerlingen tekenen een rechte lijn met potlood van de vlieger tot aan een vinger van de getekende handen.
Ze tekenen krullende lijnen aan de vlieger met kleurstift. Op de lijnen tekenen ze strikjes in allerlei kleuren.
Stap 5: presentatie en bespreking
Hang alle werkjes naast elkaar uit en laat de lln aandachtig kijken naar de vliegers.
-Welke staarten zijn krullend?
-Waar zie je dat de vlieger echt aan het vliegen is?
(gespannen touw/ rechte lijn)
-Waar zijn er verschillen in de vliegers?
Verloop van de activiteit (deel 2)
"Zie ze vliegen."
Vliegerliedje
Stap 1
Teken op het bord een vlieger met een lange staart. De staart klimt omhoog tot aan de vlieger. Maak een stijgend geluid met je stem, terwijl je de staart volgt van onder naar boven ("vvvvvvvvvvv")
De leerlingen doen mee.
Teken een 2e en een 3e vlieger, telkens wat hoger, met ook eenzelfde staart. Voer ook deze staarten vocaal uit met de leerlingen.
Teken tot slot nog een vierde vlieger, maar deze valt naar beneden: de staart kronkelt naar beneden.
Voer ook deze vlieger vocaal uit.
Voer de de 4 vliegers na elkaar uit, let erop dat vlieger 2 en 3 steeds hoger klinken.
Stap 2
Leer het liedje aan!
Leer het liedje aan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten