zaterdag 11 oktober 2014

Spoken aan de lijn - 2e lj (deel 1)

Spoken aan de lijn - 2A

Algemene doelen:
AD 1: Intensief gebruik maken van alle zintuigen
AD 13: De leerlingen zijn erop gericht muzische expressiemogelijkheden te exploreren en ermee te experimenteren.

Domeinen:
Muzikale opvoeding. De leerlingen kunnen:
-aandacht schenken aan een goede stemplaatsing en resonantie
-klankverschillen en muzikale tegenstellingen via beweging herkennen en ervaren.
-de eigen beweging afstemmen op een klank of muziek.
-eenvoudige melodiepatronen herkennen en vergelijken

Bewegingsexpressie. De leerlingen kunnen
-zich in de verschillende ruimtelagen bewegen
-waargenomen klanken omzetten in beweging
-gebruik maken van bewegingskwaliteiten van personages (spoken)


Verloop van de activiteit.

Deze activiteit wordt best opgedeeld in 2 delen. (2x 75 minuten)

Deel 1

Instap
Wie heeft er al eens een spook gespeeld?
Wellicht was dit om iemand te laten schrikken.
In deze les zullen we bewegen als spoken.

Enkele vraagjes:
Hoe beweegt een spook? Laat de lln voordoen.
-eerder snel of traag?
-eerder rustig of eerder wild?
-eerder vloeiend of eerder in schokken?
-eerder slap of eerder stijf? (houterig)
-eerder overal rond of in één richting?
(zweven, rustig, traag, licht, glijdende beweging, dwarrelend)


Lijnen in muziek

Stap 1

In muziek kan je ook lijnen horen. We spreken van een melodielijn. De lijn kan hoger of lager gaan, dan gaat ook de klank hoger of lager.
Teken een melodielijn op het bord en laat de leerlingen de lijnen zoemen en meedoen met de handen;
(op en neerwaartse bewegingen)



Stap 2

Toon de kijkplaat!

Het spookje zweeft  's nachts over de huizen en door de straten. Hij vliegt op en neer en zegt woewoe. Als hij onder een tunnel zweeft, kunnen we hem niet horen. Voer samen uit a.d.h.v. een grote afbeelding op de kijkplaat.



Werkblaadje worden uitgedeeld.



Stap 3

Laat de lln zelf hun melodielijn tekenen en uitvoeren als het vliegende spook.





Leerlingen zoemen hun eigen melodielijn


Spoken vliegen

Stap 1: opwarmen

De llln stappen rond als een spook. Ze zweven soepel rond en bewegen vloeiend met spokenarmen. Zorg dat ze elkaar niet aanraken of communiceren.
Als de Lk hoog zegt, maken de spoken zich groot en bewegen ze hoog, naar het plafond gericht. Ze blijven soepel bewegen. Indien de Lk gewoon zegt, dan bewegen ze op normalen hoogte, vooruit gericht.
Laag =  de bewegingen zijn naar de grond gericht d.w.z. door de knieën gaan, armen richten zich eerder naar beneden. Wissel af tussen hoog, laag en gewoon.






Stap 2: ronddwalen (met laken)

Zet de muziek op, luister naar de melodie. Als de melodie hoog is, maken de spoken hoge bewegingen, als de muziek laag is, is de beweging laag. laat de lln hiermee experimenteren. Laat iedereen op de grond zitten in het begin. Ze maken de bewegingen vanop een vaste plaats.

Instrumentale versie van het spokenlied  


Daarna dwalen ze rond en gebruiken ze de volledige dansruimte.
Verdeel de klas in 2 groepen. Een groep is publiek, de andere groep danst als spook op de muziek.
Kan je zien dat de spoken de melodie volgen in hun bewegingen?








1 opmerking: